Statenvertaling
Getuigenis hebbende van goede werken: zo zij kinderen opgevoed heeft, zo zij gaarne heeft geherbergd, zo zij der heiligen voeten heeft gewassen, zo zij den verdrukten genoegzame hulp gedaan heeft, zo zij alle goed werk nagetracht heeft.
Herziene Statenvertaling*
een goed getuigenis heeft wat betreft goede werken: of zij kinderen heeft opgevoed, of zij vreemdelingen heeft geherbergd, of zij de voeten van heiligen heeft gewassen, of zij verdrukten heeft bijgestaan, of zij zich toegelegd heeft op elk goed werk.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
inzake goede werken moet van haar getuigd kunnen worden, dat zij kinderen grootgebracht heeft, gastvrijheid bewezen, de voeten der heiligen gewassen, verdrukten ondersteund en alle goed werk behartigd heeft.
King James Version + Strongnumbers
Well reported of G3140 for G1722 good G2570 works; G2041 if G1487 she have brought up children, G5044 if G1487 she have lodged strangers, G3580 if G1487 she have washed G3538 the saints' G40 feet, G4228 if G1487 she have relieved G1884 the afflicted, G2346 if G1487 she have diligently followed G1872 every G3956 good G18 work. G2041
Updated King James Version
Well reported of for good works; if she have brought up children, if she have lodged strangers, if she have washed the saints' feet, if she have relieved the afflicted, if she have diligently followed every good work.
Gerelateerde verzen
1 Timótheüs 5:25 | Handelingen 6:3 | Romeinen 12:13 | Handelingen 16:14 - Handelingen 16:15 | 1 Timótheüs 6:18 | Lukas 7:44 | 1 Timótheüs 3:7 | Kolossenzen 1:10 | 2 Timótheüs 1:5 | Handelingen 22:12 | 1 Petrus 2:12 | Psalmen 119:4 | Leviticus 25:35 | Johannes 13:5 - Johannes 13:15 | Hebreeën 10:24 | Titus 3:14 | Jesaja 1:17 | Hebreeën 13:21 | 3 Johannes 1:12 | Matthéüs 5:16 | 2 Timótheüs 3:15 | Handelingen 10:22 | 1 Timótheüs 5:16 | 1 Petrus 4:9 | Genesis 24:32 | Titus 2:14 | Titus 3:1 | 1 Timótheüs 2:10 | Hebreeën 13:2 | Handelingen 9:39 | Genesis 19:2 | Handelingen 9:36 | 2 Timótheüs 3:17 | Genesis 18:4 | Titus 3:8 | Éfeze 2:10 | Titus 2:7 | Lukas 7:38 | 2 Timótheüs 2:21